Molen: de motor van de Gouden Eeuw

De 17e eeuw (1600 – 1700) wordt in Nederland de Gouden Eeuw genoemd. De noordelijke Nederlanden, die samen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vormden, maakten een bloeiperiode door op gebied van handel, wetenschap en kunsten. Molens zijn van cruciaal
economisch belang geweest voor de handel in de Gouden Eeuw: Zonder molens was er waarschijnlijk niet eens een ‘Gouden eeuw’ geweest in Nederland!

Stadskaart van Braun en Hogenberg 1581. Het Noorden is op deze kaart rechtsboven. De plek waar nu molen de Roos staat is de derde van rechts. Van 1540 tot 1679 stond de Gasthuijsmolen op deze plek.

Mills: the engine of the Golden Age

The 17th century (1600 – 1700) is called the
the Golden Age in the Netherlands. The northern Netherlands, which together form the ‘Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden’ formed a flourishing period by trade, science and arts. Mills have been of crucial economic importance for trading in the Golden Age: Without mills there probably would not have been a ‘Golden Age’ in the Netherlands!

Citymap by Braun en Hogenberg 1581. The North is on the righthand top side of this map. The current location of De Roos is the third windmill form the right. From 1540 until 1679 windmill De Gasthuijsmolen was located here.

Wit/verfmolen
In 1644  werd de molen aan de Nieuwe Langedijk een Wit/verf- molen. Hier werd met kantstenen gemalen.  Dat zijn verticale stenen, die lopen op een liggende steen. Er konden kalk en zaden mee gemalen worden. Op het filmpje zie je de kantstenen in Molen de Kat, de werkende verfmolen in Zaanstad.

Whiting and dyestuff mill
In 1644 The Nieuwe Langendijk windmill was converted into a whiting/dyestuff mill. This was an edge mill, a mill used for crushing or grinding in which stones roll around on their edges on a level circular bed. It was used to crush ckalk or seeds. In het short film down below you get an impression of how that must have worked in Delft. You see the edgestone in Molen de Kat, a working dyestuff mill in Zaanstad.

 

Nieuwe Langendijkse Molen: de Gouden eeuw
De economische ontwikkeling van Delft in de Gouden Eeuw zien we terug in de ontwikkeling van de molen aan de Nieuwe Langendijk. De omvangrijke Delftse bierindustrie was al voor de Gouden Eeuw in verval en de bestuurders van de stad trachtten een grotere lakenindustrie op te bouwen. Uiteindelijk zou het Delfts Blauw de economische motor van Delft worden.

The economic development of Delft is de Gouden Eeuw is represented clearly in the development of the windmill at the Nieuwe Langendijk. The extensive beerindustrie was in decay and the Delft City administration tried to build a larger textile industry. In the end the Delft Blue pottery would become the economic motor of Delft.

De molen aan de Nieuwe Langendijk pompte eerst water de stad in voor de bierindustrie, werd  vervolgens in 1633 verbouwd tot  een volmolen voor de lakenindustrie en in 1653 uiteindelijk tot een wit/verfmolen voor het Delfts Blauw. In de 16e eeuw was Delft het grootste bierbrouwcentrum van Holland. Het bier werd geëxporteerd tot in Brabant, Vlaanderen en Engeland. Twee torenwatermolens -de molen aan de Nieuwe Langendijk en de Duyvelsgatmolen- maalden schoon water uit de polder de stad in om het lekkere Delftse bier mee te brouwen.

The windmille at the Nieuwe Langendijk used to pump fresh water into the city canals to be used by the beer industry. In 1633 the mill was converted to a
fulling mill for the clothmaking industry. Twenty year later the mill was converted again, now to a dyestuff and chalkmill for the pooery industry. In the 16th century Delft had the largest beerindustry of Holland. Delft beer was being exported to Brabant, Belgium and even England. Two watertowermills – the mill at de Nieuwe Molendijk and de Duyvelsgatmolen – were pumping fresh water form the surrouding polders into the city. The beer industry was using this fresh water tot make good quality beers.

 

 

 

De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door Gemeente Delft en het Leids wevershuis.

Realisatie: werkgroep Delftse Molen onder leiding van Heero Pol, Ateliers en Studio Boven.